- aanzetten
- {{aanzetten}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [vastmaken] put on ⇒ sew/stitch on2 [aansporen] spur on ⇒ urge, incite3 [in werking stellen] start up ⇒ turn on4 [meer nadruk geven] accentuate5 [vaster doen zitten, aandrijven] tighten 〈schroef〉♦voorbeelden:1 een mouw aanzetten • sew on/set in a sleeve2 iemand tot spoed aanzetten • urge someone to hurryiemand tot daden aanzetten • incite someone to actioniemand tot diefstal aanzetten • incite someone to steal3 de radio aanzetten • turn on the radio4 〈dramaturgie〉 een rol te sterk aanzetten • overplay a roleII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [dik maken] make fat ⇒ be fattening2 [aankoeken] stick ⇒ cake♦voorbeelden:2 de ketel is aangezet • the kettle has become furred¶ ergens laat komen aanzetten • turn up late somewheremet iets komen aanzetten • turn up with something; 〈idee〉 come up with somethingIII 〈onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉1 [beginnen] start ⇒ begin, 〈sport〉 accelerate♦voorbeelden:1 (een toon) aanzetten • start/produce a tone/note
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.